voor een beter klimaat!
voor een beter klimaat!
De heer Ab Scheffer uit Zelhem is 81 jaar en altijd tuinman geweest. Daarom was het hem een doorn in het oog dat de voortuin ten prooi viel aan engerlingen. De tips voor de tuin van Op Morgen in Contact over biodiversiteit boden de nodige inspiratie.
Joppe zijn kleinzoon bracht hem verder op een goed idee. Joppe vertelde dat in de polder engerlingen en aaltjes werden bestreden met de tagetes, ofwel het vroegere ‘afrikaantje’. De zurige wortels van de tagetes zijn goed voor de bodem en verdrijven de engerlingen en de aaltjes. “En de bloemen zijn ook nog goed voor de vlinders en de bijen, zo las ik”, vertelt de heer Scheffer. “Zodoende wilde ik het helemaal anders doen met de tuin” Een plan werd gemaakt en Joppe werd aan het werk gezet. De tuin werd helemaal kaal gemaakt. “De buren vroegen zich al af wat ik van plan was. Dat zul je wel zien zei ik”, lacht hij.
“Ik had langs de weg al tagetes staan, die heb ik nu uitgebreid over de hele tuin. In de herfst heb ik het zaad afgeplukt, in de winter uitgepluisd en in de emmer gedaan. In het voorjaar was het zover en heb ik alles uitgezaaid. Ik heb dat aangevuld met zinnia en diverse wildbloemen. Ik gebruik geen gif en het heeft de hele zomer gezoemd van de bijen en de vlinders. Laatst zagen we zelfs een rups van wel 8 centimeter. Mensen stappen van de fiets af om de tuin even te bekijken. Dan steken ze een duimpje op, dat ze het mooi vinden. Nu wil ik dit een paar jaar doen. Volgend jaar ook met meer asters erin, zodat er elke keer iets bloeit. De afrikaantjes groeien trouwens ook tussen de tegels op het terras. Ik heb ze niet gepoot, ze zijn er vanzelf gekomen. Dat is mooi toch! Alles mag hier groeien, het moet alleen wel een beetje schoon en in toom blijven.”
“Het zag er dit jaar nog wel even anders uit’, vertelt de heer Scheffer. Ik had last van mijn hart en de tuin bijhouden lukte niet goed meer. Het onkruid stond een meter hoog en de bloemen waren niet goed te zien. Gelukkig hielpen de kinderen en de kleinkinderen mij zoveel mogelijk. Uiteindelijk heb ik van de zomer een zware hartoperatie ondergaan. Mijn dochter bracht mij daarvoor naar het ziekenhuis in Enschede. Toen we vertrokken keek ik vanuit de auto naar de tuin en dacht bij mezelf: ‘ik weet niet of ik hier wel weer kom.”
Ondertussen is ook Martin de zoon van de heer Scheffer aangeschoven. Hij vertelt: “Toen mijn vader weg was, hebben we de tuin opgeknapt. Alles opgeruimd, schoongemaakt en 8 kruiwagens onkruid uit de voortuin gehaald. Het zag er prachtig uit toen hij uit het ziekenhuis thuiskwam.” De heer Scheffer zegt: “Ik dacht ik ben weer thuis. Dat was wel emotioneel, daar schiet het gemoed wel van vol. Ik heb veel waardering voor de kinderen, die hebben zo fijn geholpen. Ik moet het nog kalm aandoen en langzaam weer op krachten komen, maar mijn handen jeuken om weer wat te doen. Zoals de bolacacia’s, die moeten hoognodig gesnoeid worden.”
“Ik geniet van de tuin en ik ben altijd in de tuin bezig. Dat is mijn alles. Ik houd wel van een mooie tuin. Ik had tot 1978 een heidetuin met een vijver voor het huis. Met wel 40 soorten heide en planten die erbij horen. De oudste pinus staat er nog als enige, die is maar liefst 50 jaar oud. Maar oude heide gaat dood, dan moet je veel snoeien en dan ligt het niet mooi meer. Dus toen is het een gazon geworden.
“Ik woon hier met veel plezier, zelfs in de winterdag als het heel kaal is. Dan zie ik van verre de strooiwagens van de gemeente al aankomen. Vanaf Wolfersveen, over de Kappenbulten naar de Aaltenseweg. Ook geniet ik van de dieren die ik in de tuin zie. De laatste tijd krijgen we bezoek van 11 fazanten: een moederfazant met 10 kleintjes. Ook de ulk, ofwel de bunzing, reeën en egels zien we vaak. In de winter schilder ik trouwens ook graag. Joppe vertelt: “Dan vraagt opa of ik een foto van een bepaalde boom wil maken en dan gaat hij deze naschilderen.” “Ik houd erg van de natuur en ik ben heel blij dat ik hier nog kan wonen”, besluit de heer Scheffer tevreden.